Tijdens werktijd wordt er door veel werknemers wel eens voor privédoeleinden gebruik gemaakt van de computer of telefoon. Werkgevers kunnen dit gedrag zeer storend vinden, vooral als het werk hieronder komt te lijden.
Wanneer er sprake is van ontslag komt het privégebruik van internet en telefoon tijdens werktijd vaak aan de orde. In de wet is geen bepaling opgenomen die het privégebruik van internet en telefoon tijdens werktijd regelt. Per geval zal de rechter dus moeten kijken of het privégebruik redelijk is (geweest). Indien een werkgever gegevens heeft verzameld over het privégebruik van internet en telefoon tijdens het werk, zal de rechter daarnaast moeten kijken of dit verzamelen van gegevens in dit geval noodzakelijk is geweest. Werkgevers mogen namelijk niet zomaar het computer- en telefoongebruik van hun werknemers monitoren. Dat kan een inbreuk zijn op de privacy van de betreffende werknemer. Dit kan anders zijn wanneer de werknemers vooraf van het monitoren op de hoogte worden gesteld, bijvoorbeeld door regels hierover op te nemen in het personeelsreglement.
In 2007 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens bevestigd dat internetgebruik onder het recht op bescherming van privacy valt en heeft geoordeeld dat niet alleen het verzamelen van inhoudelijke privégesprekken en -e-mails een inbreuk kan zijn op de privacy van werknemers, maar ook de daarmee samenhangende gegevens zoals lengte telefoongesprekken, aantal verzonden e-mails, gebruikte telefoonnummers en e-mailadressen. Werkgevers mogen niet zomaar al deze gegevens verzamelen en bewaren zonder medeweten van de betreffende werknemer, aldus het hof.
Op 19 oktober 2016 is er door de Nederlandse rechter een interessante uitspraak gedaan over dit onderwerp. Het betrof in deze zaak een werknemer die aan het einde van zijn dienstverband zijn opgebouwde vakantie-uren niet had opgenomen en deze uitbetaald wenste te krijgen. De werkgever weigerde echter om de uren uit te betalen wegens het buitensporige gebruik van WhatsApp tijdens werktijd door de werknemer.
De werkgever meende dat zij door het gebruik van WhatsApp van de werknemer schade had geleden. Zij had de werknemer immers salaris betaald terwijl de werknemer in plaats van te werken aan het WhatsAppen was geslagen. De werkgever was er achter gekomen dat de werknemer onder werktijd met diverse dames contacten onderhield. De werkgever had over een periode van zes maanden zo’n 1255 verzonden WhatsAppberichten geteld. De werkgever stelde dat de berichtjes liefdesberichten waren met een emotionele inhoud waardoor er meer tijd besteed was aan de berichten dan alleen de tijd die normaal nodig was voor het typen en lezen van de berichten. Nu de werknemer tijdens het versturen en lezen van deze hoeveelheid berichten niet heeft gewerkt, vond de werkgever dat de werknemer gedurende deze tijd ten onrechte salaris had ontvangen.
De kantonrechter oordeelde dat de werkgever in dit geval gelijk had. Het veelvuldige gebruik van WhatsApp tijdens werktijd voor privédoeleinden, zonder dat daarvoor een noodzaak bestond en zonder dat de werkgever daar toestemming voor had gegeven, diende voor rekening van de werknemer te komen. Bij het versturen van 1255 berichten is er immers geen sprake meer van incidenteel en beperkt gebruik van de telefoon. Nu de kantonrechter niet kon vaststellen hoeveel minuten er precies gemoeid waren met het versturen van de berichten, heeft hij deze geschat op 3 minuten per bericht. De werknemer ontving uiteindelijk € 1.500 minder, zijnde de tijde die hij besteed had aan WhatsApp van de werkgever dan dat hij had gevorderd.
Werknemers wees gewaarschuwd: het privégebruik van uw telefoon en werkcomputer kan tegen u gebruikt worden. Voor werkgevers geldt dat zij zeer voorzichtig dienen te zijn bij het monitoren van werknemers inzake het privégebruik van telefoon en internet. Het is aan te bevelen hierover duidelijke regels in het personeelsreglement of een andere interne regeling op te nemen zodat u (en uw personeel) niet voor verrassingen komt te staan. Som Advocatuur kan u bijstaan bij het nakijken van uw reglement of bij het opstellen daarvan.
Indien u vragen heeft of wanneer u meer wilt weten over onze werkwijze of over een bepaalde juridische kwestie, neemt u dan – voor een vrijblijvend adviesgesprek – contact op met mr. Lydia Visscher of mr. John Veerman van Som Advocatuur.
|
|