Afwijken van forfaitair stelsel kinderalimentatie?
Vanaf april 2013 is de wijze waarop kinderalimentatie wordt berekend, veranderd. Voor het bepalen van de draagkracht van beide ouders wordt na april 2013 gekeken naar het netto inkomen per maand waarvan een bedrag inzake de bijstandsnorm mag worden afgetrokken en een bedrag inzake de woonlasten (30%). Beide bedragen zijn forfaitair, dat wil zeggen dat dit vaste bedragen zijn en dat er geen rekening meer wordt gehouden met de daadwerkelijke (woon)lasten. In sommige gevallen kan dit een scheve verhouding opleveren tussen de alimentatiegerechtigde en de alimentatieplichtige indien één van beiden bijvoorbeeld veel lagere of hogere woonlasten heeft.
Voornoemde rekenregels zijn vastgelegd het zogenaamde Tremarapport. Dit rapport bevat aanbevelingen van familierechters over de wijze waarop (kinder)alimentatie dient te worden berekend. Het Tremarapport is in het leven geroepen om in de rechtspraak één lijn te creëren voor het bepalen van de hoogte van alimentatie. Het Tremarapport is geen wet en er kan in theorie van dit rapport worden afgeweken. In de meeste gevallen volgen rechters echter toch de aanbevelingen uit het rapport.
In een recente uitspraak van het gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2016:1736) was over dit onderwerp de volgende kwestie aan de orde. In deze zaak had de man wijziging verzocht van de door hem te betalen kinderalimentatie. Hij stelde dat hij, gelet op de rekenregels uit het Tremarapport over onvoldoende draagkracht beschikte om de afgesproken alimentatie nog langer te voldoen. De vrouw deelde dit standpunt niet en vond dat toepassing van de rekenregels in dit geval tot een onredelijke uitkomst zou leiden. Zij verzocht het gerechtshof dan ook om de rekenwijze van het Tremarapport buiten beschouwing te laten. Volgens de vrouw kon het niet zo zijn dat de draagkracht van de man feitelijk was gestegen en dat toepassing van het Tremarapport, dat feitelijk een niet-wettelijk forfaitair rekenmodel is, toch zou leiden tot de conclusie dat de alimentatie moest worden verlaagd.
Het gerechtshof oordeelde dat kinderalimentatie maatschappelijk gezien een zeer hoge prioriteit heeft. Bij de vaststelling daarvan dient de rechter in principe rekening te houden met alle feiten en omstandigheden van het geval. Dit betekent niet dat een rechter in strijd handelt met de wet indien de forfaitaire posten worden toegepast. Immers, niet iedere post met betrekking tot de draagkracht kan worden vastgesteld. Een forfaitair rekensysteem kan – aldus het gerechtshof – echter niet worden gehanteerd als de werkelijke lasten van de alimentatieplichtige aanmerkelijk lager zijn én wanneer er door toepassing van de forfaitaire bedragen niet meer in de behoefte van het kind kan worden voorzien.
In dit geval leverde de berekenwijze door middel van de rekenregels geen problemen op. Met de toepassing van de forfaitaire bedragen kon er namelijk toch nog volledig worden voorzien in de behoefte van de kinderen van partijen. Ondanks dat de man aanmerkelijk lagere woonlasten had dan hij daadwerkelijk had, hoefde er niet te worden afgeweken van de reguliere rekenregels.
Het kan zijn dat er in uw situatie wel kan worden voldaan aan de voorwaarden die het gerechtshof stelt aan het buiten toepassing verklaren van de reguliere rekenregels en dat er daardoor een hoger bedrag aan kinderalimentatie kan worden verlangd van de alimentatieplichtige. Met voornoemde zaak heeft het gerechtshof meer duidelijkheid gegeven over of en wanneer er kan worden afgeweken van de forfaitaire lasten. Het kan daarom interessant zijn om de door u te betalen of te ontvangen kinderalimentatie opnieuw te laten beoordelen.
Indien u vragen heeft of wanneer u meer wilt weten over onze werkwijze of over een bepaalde juridische kwestie, neemt u dan – voor een vrijblijvend adviesgesprek – contact op met mr. Lydia Visscher of mr. John Veerman van Som Advocatuur.
|
|